Zomers soepje
Ik ga met een klant eten in een gloednieuw restaurant in de buurt. Pas twee weken open. Prachtige omgeving. Schitterend ingericht.
Ik maak het hier niet moeilijk, denk ik. Als voorgerecht neem ik het eerste wat op het menu staat: ‘Zomers soepje’.
Daar komt de kelner al.
- ‘En hebt u kunnen kiezen?’
- ‘Ja, ik zou willen beginnen met het zomers soepje.’
- ‘Sorry, maar in de zomer hebben we geen soep.’
Student
Ik haal bij de lokale vestiging van een grote supermarktketen mijn bestelling af.
De man bij de afhaalbalie draagt een T-shirt met daarop het logo van de supermarkt. Hij stapt de koelcel in. Zo zie ik de achterzijde van zijn T-shirt.
Daarop staat in koeien van letters: ‘STUDENT’.
Raar, want de man moet ongeveer zo oud zijn als ik.
Er is nog hoop, zullen we maar denken.
Broodje Mont Saint-Michel
Ik stop onderweg om in een wegrestaurant een broodje te eten. Daar verschijnt de broodjesmevrouw met een brede glimlach:
- ‘Wat zal het voor u zijn, meneer?’
- (Ik wijs naar het grote keuzemenu aan de muur.) ‘Een bruin broodje Mont Saint-Michel, alstublieft.’
- (Ze aarzelt.) ‘Het is lang geleden dat ik hier gestaan heb, meneer. Weet u misschien wat er op dat broodje moet?’
- (Ik wijs nog eens naar het keuzemenu.) 'Ja, het staat eronder: zalm, kruidenroomkaas, dille en citroen.'
Het zijn voorvalletjes die vragen oproepen:
- Hebben de medewerkers ten minste een korte briefing gekregen voordat ze hun werkdag begonnen?
- Beseffen ze dat ze het imago van hun bedrijf ondergraven?
- Hoe zit het met de interne communicatie in die bedrijven?
- Of is het hier de bedoeling dat er altijd iets in de soep draait?
Werk aan de winkel en het restaurant en de broodjeszaak!
•••
Draait uw marketing in de soep?
- Mensen kopen niet de beste producten.
- Wél de producten die u met de juiste woorden presenteert.
- Die woorden hebt u nodig.